woensdag 13 augustus 2014

Achtergrond




Achter ligt vanaf nu in mijn rug
En luistert als een steen naar het geluid
Maar dan al is niets meer het zelfde en de dingen verliezen langzaam hun naam


En zo wordt alles naamloos in het oogwit van de stad


Wat als een gigantisch wit vel papier uitgespreid ligt op de grond
Waar miljoenen mensen leven en werken 
circuleert door het adernetwerk van straten


het bloed


Dag en nacht stroomt het blauwe hart door de stad
Door de woningen van stadswezens die de weg allang kennen
En daar rustig genieten van hun kennis
Vormen de vele café de trefpunten van de stad


De café deur gaat open en gaat weer dicht


Rustig drinkt een man zijn gouden glas leeg


De ramen vangen het moment op maar laten het ook weer gauw verdwijnen in de spoelbak


Een mooi , lief gezicht


Stemmen die energiek spreken binnen de cirkels van de tafels


Elektrisch licht


Een oud nummer


Flarden van woorden en zinnen die iets onverstaanbaars formuleren


Dronken of helder


Ach wat boeit het


ik zie wel


En praat en drink


Achter is nu van steen en kan nooit meer afgenomen worden


Langzaam besef ik dat ik ziels veel van deze stad hou
Maar tegelijkertijd haat ik deze havenstad


Ik weet niet waarom dat zo is ?


Het is ongeduld


Ik zoek een thuis voor mijn schilderijen
Een plek waar ze voor altijd kunnen wonen
Maar zo ver is het nog niet


Ik wacht op het juiste moment


Een vriendelijk gebaar schenkt mijn glas vol met bier


Ik luister


Het café geeft antwoord : Pas als je alleen durft te zijn krijg je dat


Ik heb hier geen antwoord op


Ik weet dat het achterland volwassen is
En daar leef ik
En nergens anders


De schilderijen worden steeds sterker
En langzaam verlaten ze de muren




Bima Engels , ( geschreven in 2010 voor de aanschouw in R'dam )


Geen opmerkingen:

Een reactie posten